Belastingaangifte: waar moet je op letten
Gepubliceerd: ‐ Update:
Je kunt er weer mee aan de slag: de belastingaangifte over 2014. Sinds 1 maart kun je deze invullen of controleren voor de gegevens die de Belastingdienst al heeft ingevuld. Aangifte doen kan van 1 maart tot 1 mei. Lukt dat niet, dan kun je uitstel aanvragen bij de Belastingdienst. Ben je op tijd en doe je voor 1 april aangifte, dan krijg je voor 1 juli bericht van de Belastingdienst.
Woningbezitters mogen een grote aftrekpost opvoeren: de hypotheekrente. Aan de andere kant geldt het eigenwoningforfait als bijtelpost. In dit deel lees je hier meer over.
Aftrekpost: hypotheekrente
De hypotheekrente die je hebt betaald hebt in 2014 is veelal aftrekbaar. Het moet dan wel gaan om een eigen woningschuld. Heb je bijvoorbeeld extra geld geleend binnen je hypotheek voor een auto, dan is de rente over dat deel niet aftrekbaar. Van je geldverstrekker krijg je een jaaropgave met de betaalde hypotheekrente in 2014. Voor nieuwe hypotheken geldt dat de rente alleen aftrekbaar is bij een annuïteiten of lineaire hypotheek.
Mensen met een hoger inkomen moeten voor de aftrek over 2014 met 51,5% rekenen en niet met de 52% die ze zelf aan belasting over het hogere deel van hun inkomen moeten betalen. Dit hypotheekaftrek percentage wordt elk jaar met een half procent verminderd. In de aangifte hoef je hier niets mee te doen, omdat je alleen het bedrag aan hypotheekrente invult. Het programma zelf rekent de aftrek door.
Bijtelpost: eigenwoningforfait
Voor de aangifte over 2014 moet je de WOZ-waarde gebruiken die je begin 2014 hebt ontvangen met de peildatum 1 januari 2013.
Heb je gespaard voor de aflossing van je hypotheek?
Heb je eerder een spaar-, leven- of beleggingshypotheek afgesloten? Dan hoef je de opgebouwde waarde niet op te geven bij je vermogen als sprake is van een kapitaalverzekering eigen woning (KEW), spaarrekening eigen woning (SEW) of beleggingsrekening eigen woning (BEW). Er wordt geen vermogensrendementsheffing gerekend over dit vermogen.
Is dit niet het geval, dan spaar of beleg je in box 3. Het opgebouwde vermogen moet je bij box 3 opgeven. Van je verzekeraar of bank heb je hiervan een jaaropgave gekregen. Let op de peildatum. Het gaat om het opgebouwde vermogen per 1 januari 2014.
Weet je niet zeker of je verzekering, spaar- of beleggingsrekening een KEW, SEW of BEW is? Of juist in box 3 valt? Neem dan contact op met je hypotheek- of belastingadviseur. Zorg ervoor dat je de jaaropgave en de polis bij de hand hebt.
Voor bijzondere situaties gelden extra aftrekposten. Bijvoorbeeld als je vorig jaar een woning hebt gekocht of als je een restschuld hebt meegefinancierd.
Het eerste gesprek is altijd gratis